Acht dagen reizen op vrachtschip Plyca, van Antwerpen naar Finland en terug: “Niets moet en weinig kan”

Acht dagen op een vrachtschip over de Baltische Zee richting Finland en terug. Voor de ene klinkt het als een unieke belevenis, voor de andere lijkt het op acht dagen opsluiting met verveling als grootste vrees. Ik behoorde tot de laatste groep. Het was voor mij dan ook een grote verrassing dat ik op dag zeven al begon uit te kijken naar een reis met een vrachtschip die langer duurt. Of hoe de reis belangrijker kan zijn dan de bestemming.

collage van 3 beelden met kaart van cargoschip route, Sacha Van Wiele en vrouw op cargo schip

© Sacha Van Wiele

Hoe kom je op het idee om vrijwillig op een vrachtschip te stappen voor een reis van acht dagen? Het was een vaak gehoorde vraag toen ik mijn vakantieplannen toegelichtte. De reden was mijn echtgenote Els. Al jaren liep ze rond met dit reisplan. Ze had een voor mij onverklaarbare nieuwsgierigheid naar varen op een vrachtschip. Lang kon ik deze boot afhouden tot we Joris Van Bree van CptnZeppos tegen het lijf liepen. Hij organiseert reizen met vrachtschepen. Vanaf dat moment liepen we elkaar gergeld tegen het lijf. Telkens informeerde hij of we al een beslissing hadden genomen. Joris stelde de reis Antwerpen-Finland voor. “Goed voor beginners”, zei hij. Ik had geen poot meer om op te staan. We zouden in juli acht dagen op eenvrachtschip zitten.

Op vrijdagavond 7 juli sta ik met mijn echtgenote op kaai 1213 in de Antwerpse haven. Daar ligt de Plyca van rederij Transfennica. Het vrachtschip is 205 meter lang en 26 meter breed. De bemanning telt 19 koppen. De meerderheid is Filipijns. De kapitein en twee van zijn stuurmannen zijn Nederlanders. We zijn met acht passagiers en één 17-jarige stagiair die al eens wou proeven van het leven op zee. Hij begint volgende schooljaar aan de hogeschool voor de scheepvaart in Nederland. Het laden van het schip was nog volop bezig.

Ik was er niet gerust in. Acht dagen vastzitten op een schip met als enige uitzicht water, water en water, en een niet stabiele internetverbinding. Klusjes uitvoeren met de bemanning is om veiligheidsredenen uitgesloten. Het aanbod aan recreatie aan boord: een fitness en dvd-speler in de passagierslounge. Om de strijd tegen de verveling aan te gaan, stak mijn e-reader vol met dikke boeken.

Veel mensen poogden mij in aanloop van de reis te overtuigen dat ik voor een ongelooflijke ervaring sta. “Sacha, je moet zeker op de brug zijn als je door de sluizen gaat en dan de Westerschelde afvaart. Echt het beste moment van de reis”, zegt scheepsspotter Paul.Alleen beslist de loods in Antwerpen iets anders. De Plyca zou normaal om 21.30u afvaren, maar er was geen loods beschikbaar. “We vertrekken pas om 1.30u vannacht”, zegt Gerard Hollander, onze kapitein voor de acht volgende dagen.

In het donker verlaten we de Antwerpse haven.

Als we ’s ochtend wakker worden zijn we Vlissingen al lang gepasseerd. De kapitein heeft op dag één een achterstand in te halen. We varen daarom niet door het Kielkanaal tussen Duitsland en Denemarken. Dit kanaal had volgens sommigen ook een hoogtepunt moeten zijn. “Dat kanaal is veel te onbetrouwbaar”, zegt hij. “Je doet er normaal 14 uur over, maar het kan ook 24 uur zijn.” Dat klinkt als de scheepvaartversie van de Antwerpse Ring.

Die eerste nacht is niet zoals ik naïef had verwacht. Geen zacht, slaapverwekkend geronk van de motoren en kabbelend water tegen de boeg. De motoren bulderen door het schip. De twee assen van de schroeven draaien op volle toeren. We varen aan topsnelheid van 21 knopen. Dat betekent dat er 4.300 liter brandstof per uur wordt verbruikt. Bovendien ligt de kajuit boven de technische ruimte van de airconditioning.

De Plyca is een machtige machine. “We zijn de Ferrari onder de vrachtschepen”, zegt de kapitein. Het is gebouwd om zich een weg te banen door het pakijs in de Baltische Zee, hoewel het al jaren geleden is dat de kapitein er nog ijs zag. Ook op het dek boven de brug is het niet stil. Daar hoor je het draaien van de radars.Tijdens het eenmalige bezoek aan de machinekamer kan ik enkele oordopjes op de kop tikken. Ze bieden mij voor de volgende nachten een goede nachtrust.

De bewegingsruimte is beperkt tot de kajuit, de brug, de fitness, het dek boven de brug en de trappen daartussen.

De rest is om veiligheidsredenen, buiten één rondleiding, niet toegankelijk voor ons. “Ons leven zal de volgende dagen tot dit beperkt blijvej”, zeg ik cynisch tegen mijn echtgenote. Het is echter de laatste maal dat zij mij hoort zagen over deze reis.

Ik word tijdens de tweede nacht wakker om 3 uur ’s ochtends en beslis om rond 4 uur naar de brug te gaan. We varen naar het oosten en dus het ideale moment om de zon te zien opkomen. Op de brug tref ik stuurman Ivo aan. Rode gloed kondigt de dageraad aan. Ik klim naar het dek boven de brug. De Plyca trekt rimpels in de kalme zee. Een fel rode pukkel verschijnt aan de horizon. Midden op zee ben ik getuige van het aanbreken van een nieuwe dag. Ik heb het gevoel de enige getuige te zijn van dit spektakel, buiten natuurlijk stuurman Ivo op de brug. Deze reis kan niet meer stuk voor deze stedeling.

Letterlijk starstruck vraag ik Ivo of hij ook nog kan genieten van zo’n zonsopgang. “Het is mooi”, zegt hij droogjes. Maar de zee heeft nog iets in petto voor ons. De stuurman haalt een uur na zonsopgang de verrekijker boven en wijst links van het schip. Twee koppen van waarschijnlijk grienden, een dolfijnsoort, breken het vlakke wateroppervlak. We zien ze nog een keer naast het schip opduiken. “Dat zien we echt niet veel”, zegt stuurman Ivo al iets enthousiaster.

Ik blijf op de brug plakken en krijg een spoedcursus over de radar en de maritieme vaarregels. Op de horizon plakt een bruine laag. “Dat is wat we met ons allen de lucht in pompen”, zegt de stuurman.

Op een brug van een vrachtschip staat een kapitein, een stuurman aan het roer en een navigator. Dat zie ik toch in de films. In de realiteit wordt een vrachtschip bestuurd door de computer of automatische piloot. De kapitein en de drie stuurmannen lossen elkaar op de brug om de vier uur af. Er staat dus meestal alleen maar één man op de brug om te kijken of de computer doet wat hij moet doen en of het nodig is om af te wijken van de uitgestippelde route. Alleen ’s nachts staat een matroos mee op de brug om een oogje in het zeil te houden.

De zee in het oog houden is echt wel nodig.

Zo staan zeilers niet hoog aangeschreven bij de bemanning van de vrachtschepen. Ze hebben zelfs een internationale bijnaam: WAFI’s of Wind Assisted Fucking Idiots. Niet alleen zeilers zijn zich altijd bewust van de risico’s op zee. Op de smalle zee-engte tussen de Deense hoofdstad Kopenhagen en de Zweedse stad Malmö ziet de kapitein een wit stipje. Het lijkt op een brekende golf. Het is te klein om op de radar te verschijnen. Het blijkt een klein motorbootje te zijn in de vaargeul voor vrachtschepen en het vaart ook nog eens tegen de richting. De kapitein zucht als we het schamele bootje passeren.

Het leefritme op het schip wordt bepaald door de maaltijden: ontbijt om 7 uur, het middageten om 12 uur en het avondeten om 17 uur. We eten niet samen met de bemanning. Dat vindt iedereen spijtig, maar we hebben er begrip voor. Maanden zit de bemanning op dit schip en vormen zo een gemeenschap. Samen eten is een vrij moment met elkaar. Dat er dan toeristen mee zouden aanschuiven, zou als een inbreuk op hun vrij moment kunnen worden beschouwd.

Dankzij het mooie weer vertoeven we veel op het dek boven de brug. Daar zitten we op de eerste rij als we de stad Göteborg in Zweden voorbijvaren. De Deens koningin Margrethe was in haar zomerpaleis, want de Deense vlag wappert aan dit indrukwekkende paleis. We passeren de Sontbrug tussen Kopenhagen en Malmö, beroemd geworden door de televisiereeks The Bridge. Al smalend lachen we naar de cruiseschepen die aangemeerd liggen in Kopenhagen. Het zijn drijvende appartementsblokken waar tot 5.000 passagiers op zitten. We missen de bingonamiddagen, de optredens, de zwembaden of een “all you can eat”-buffet niet. We zijn meer dan tevreden met het aanbod op Plyca.

In de Baltische Zee is het wereldnieuws niet ver weg. Op de kaart met de zeeroutes staat in potlood geschreven: onderzoek naar de Nord Stream pijpleiding. Deze belangrijke pijpleiding werd in 2022 gesaboteerd. We varen de plek voorbij, maar veel valt er natuurlijk niet te zien. “De oorlog in Oekraïne is ook te merken in de Baltische Zee”, zegt de kapitein. “Er varen veel oorlogsschepen.”

Na twee dagen op zee volgen drie dagen dat we enkele uren aan land kunnen.

Door de rustige zee hebben we geen last van zeebenen. De Plyca zal lossen en laden in de Finse havensteden Hanko en Rauma. Hanko krijgt de prijs van de mooiste aanlegplek. Uit de patrijspoort van onze kajuit kijken we uit op een kleine baai met boothuisjes. Het stadscentrum van Rauma is met de houten huizen erkend als UNESCO werelderfgoed. Er is voldoende tijd om ze te bezoeken.

Op de vaarroute naar Rauma ligt een eilandengroep. Er rond varen zou zes uur duren, maar er door is twee uur korter. De kapitein kiest voor de korte route. “We krijgen dus de toeristische route”, zeg ik lachend. Vol bewondering kijk ik hoe het 205 meter lange vrachtschip tussen de eilandjes laveert. Na Rauma is het terug richting Antwerpen.

Naast lezen en sporten in de Oostblok aanvoelende fitness schrijf ik in de kajuit in een dagboek. Alleen kijk ik meer uit de patrijspoort naar de glinsterende zee en de vrachtschepen dan naar mijn ipad.Op sommige stukken van onze tocht zien we alleen zee. Een medepassagier vraagt hoe ver nu het dichtstbijzijnde land ligt. De kapitein kijkt op een scherm: “op 45 meter”. We kijken met enige verbazing naar buiten en dan onbegrijpend terug naar de kapitein. Hij wijst met zijn vinger naar beneden: “45 meter onder het schip.”

Voor de bemanning ziet een dag er natuurlijk anders uit. Je komt de matrozen soms tegen in de trappenhal. Hun aanwezigheid zie je door hun pantoffels voor de deur van hun kajuit. Af en toe bewegen oranje vlekjes over het dek, de kleur van de overal van de matrozen. “Op een schip is er altijd werk”, benadrukt de kapitein. “Alles moet continu worden onderhouden. Machines moeten worden gesmeerd. Op dit schip zijn er duizende lichten. Bij een woelige zee wordt gecontroleerd of de cargo nog goed vast ligt.”

Op de voorlaatste dag ligt het schip op schema om Antwerpen binnen te varen.

De kapitein legt een loods vast. Dan slaat het noodlot toe. Door een lek vult de machinekamer zich met uitlaatgassen. Eén schroef wordt stilgelegd. De snelheid van de Plyca valt terug van 21 naar 13 knopen. Het schip wijkt uit naar rechts. Er dreigt opnieuw tijd verloren te gaan. Als de Plyca niet tijdig aan Vlissingen is, moet de loods worden afgezegd en dan dreigen er weer uren verloren te gaan. De kapitein blijft rustig, maar ik ervaar een klein opstootje van adrenaline. Na zeven dagen rust is daar niet veel voor nodig. Na de lunch is er een oplossing gevonden en vaart het schip weer aan 21 knopen.

De Plyca vaart zaterdagochtend om 3 uur door de Kieldrechtsluis. Na het laatste ontbijt stappen we op zaterdag om 8 uur van boord. Heb ik nu ervaren hoe het leven is op een vrachtschip? Niet echt. De Filippijnse matrozen zitten tot tien maanden aan boord. Dit is mentaal niet eenvoudig. We zijn bevoorrechte toeristen die konden rusten, genieten van de zee en de landschappen. Niets moest en weinig kon. Eén ding verbaast mij wel. Het smaakt naar meer. Als mijn echtgenote zou voorstellen om twaalf dagen op een vrachtschip te zitten, zal mijn enthousiasme niet te temperen zijn.

Cptn Zeppos als loods voor reizen met vrachtschepen

De reis Antwerpen-Finland is geboekt bij het reisagentschap Cptn Zeppos. Het biedt uitsluitend reizen aan met vrachtschepen. De bezieler is Joris Van Bree. Hij wil mensen laten kennis maken met de wereld van de scheepvaart. Cptn Zeppos heeft een ruim aanbod aan bestemmingen, zoals Belfast, de Canarische Eilanden, Marokko en Cuba. De langste reis met een vrachtschip is van New York naar Azië en terug naar New York. De passagier zit dan 119 dagen op zee. Ook een enkele trip naar een bestemming is mogelijk. Op enkele reizen kan de wagen, motor of kampeerwagen mee aan boord worden genomen.

De reis van acht dagen Antwerpen-Finland kost 1.108 euro per persoon voor een tweepersoonskajuit. Wie met een vrachtschip op reis gaat moet wel aan enkele voorwaarden voldoen. De passagier mag niet jonger dan 6 jaar zijn en ouder dan 82 jaar, beschikken over een geldig paspoort en een recent medisch attest kunnen voorleggen.

KLAAR OM JE AVONTUUR TE STARTEN?

Welkomaan boord.

Je verhaal begint met ons te vertellen op welke zee of oceaan je tijd wil spenderen en wanneer je jouw avontuur wil starten.

CONTACTEER ONS