Antwerpen —  IstanboelDAG 10

— door Ward Hulselmans

— Zaterdag 30 november 2019

We zijn aangelegd. Om 9u is de afspraak met de agent voor toestemming om aan wal te gaan. Om 11u weten we écht dat we in Griekenland zijn. Niemand daagt op. “Die ellendige Grieken” gromt de kapitein die zelf een afspraak heeft in Piraeus. “Met het weekend in zicht kan je om 12u vrijdagmiddag al niemand meer bereiken. Iedereen gaat gewoon naar huis. Geen wonder dat dit land failliet is gegaan!” De kapitein belooft te bellen. Ik wacht, bij Francis die weer watchman is bij de gangway. Hij weet dat ik straks weer thuis ben en benijdt me, hij moet nog wachten tot maart; dan trouwt hij. Om nog van boord te kunnen, hoop ik op vertraging tijdens het laden en lossen want mijn vrije tijd slinkt met de minuut.

"We zijn binnengevaren met 4.222 containers,"

dus kans genoeg voor een onverwachte vertraging bij de manoeuvres. Om 13u is het duidelijk: Griekenland zal het zonder mijn voetafdruk moeten stellen. Er daagt niemand op. Ik kan niet aan wal en ik voel me bekocht. Dolgraag had ik de stad bezocht. Maar het is zaterdag. De agent heeft gewoon geen zin om tot hier te komen. Ik ben niet het enige slachtoffer van deze mentaliteit, in feite zijn alle Grieken de dupe. Piraeus is zelfs niet Grieks meer. De staat heeft deze enorme haven gewoon verkocht aan de Chinezen! Piraeus, altijd de trots van de Griekse vloot, is niet Grieks meer omdat de staat tot over de oren in de schuld zit. Patrimonium verkopen is dan de gemakkelijkste manier om aan geld te raken. Zo zijn ook de 14 regionale luchthavens al verkocht. Aan de Duitsers nog wel. De Grieken hebben hun eer en nationale trots al lang bij het huisvuil gezet. Volgt binnenkort het Parthenon ? Na het verlaten van de haven varen we lange tijd langs de stad, één witte lijn van buildings in de zon. En – in een glimp die maar enkele seconden duurt -, valt de zon vervolgens op een nog wittere, nog grotere stad daarachter, tussen de heuvels. Deze witte vlek heet Athene.

"Ik heb Athene gezien, tja : dat is toch ook al iets."

We zijn nu op de Egeïsche Zee en de rest van de tijd lanterfant ik wat op en af, ik kan mijn draai niet meer vinden. Misschien komt het omdat de laatste avond op de Alessia eraan komt. Morgen monster ik af.

*

Het is een warme nacht. Ik ga een laatste keer langs bij Lawrence en Gleb op de brug. In het pikdonker loodsen de twintigers het schip vlotjes tussen de eilanden richting Turkije. Gleb is voor de eerste keer stil. Hij telt de uren af. Zijn zeven maand zee zit erop. Lawrence geeuwt. Hij was duty-officer tijdens het laden. Hij klopt dubbele shiften en zit er wat door. Ik kijk naar de hemel; er staat niet één ster. Onmerkbaar begint er iets te veranderen. Het zit in de lucht en ik voel het aan de zee. We naderen een ander gebied, we naderen onbekend terrein, maar dat is niet alles. Er is iets dat nog verder strekt, maar ik kan het niet omschrijven.

***

— DAG 929 november 2019

vorige dag

— DAG 111 december 2019

volgende dag