Antwerpen —  IstanboelDAG 4

— door Ward Hulselmans

— Zondag 24 november 2019

Hoe naïef was het, te denken dat de vaart langs de Portugese kust rustiger zou verlopen. Het is vannacht nog erger dan langs de Golf. Onmogelijk op mijn zij te slapen als het schip begint te rollen. Omdat ik in de lengte van het schip lig, word ik mee naar achter of naar voor getrokken, volgens het principe: de boot rolt, u rolt mee. (later krijg ik de tip op de bank te slapen omdat die dwars staat – te laat natuurlijk). Mijn enige glas gaat eraan en in het midden van de nacht raap ik op mijn knieën de scherven bijeen. Ik leg mijn andere spullen op een veilige plek, maar elk uur is er wel iets waardoor ik wakker schiet. Pas ‘s ochtends bedaart het weer. Tegen de middag varen we op zo’n 60 kilometer afstand voorbij Lissabon naar het zuiden van Portugal, in een flauwe bocht richting Sines. Vannacht is de temperatuur omgeslagen. Als ik het dek opga, waait een kalme warme wind en op de brug verneem ik dat het in Sines 17 graden is. Op zee zijn de witte schuimkoppen verdwenen en ik kan buiten weer van het ene naar het andere platform klimmen. Ik voel iets kleverigs aan mijn hand en trek ze terug van de reling. Mijn vingers hangen vol zoutkorreltjes. Ze plakken niet alleen op de reling, maar ook tegen de trappen en de muren, het is de nevel die tijdens de stormnacht over het schip hing en nu in gekristalliseerde vorm over alle metaal is neergedaald.

"Vandaag is het zondag en zo voelt het echt aan."

Voor ontbijt mogen we de bereiding van onze eieren zelf kiezen en vooraf krijg ik warme maïspap waarop de chef in een zondagse bui een sneetje banaan met een schijfje kiwi heeft gelegd. Als ik naar buiten kijk, doemt een bergketen op uit de nevel. De zon breekt door. We naderen de Portugese kust. Waarschijnlijk begint het gebrek aan afleiding te wegen, want ik ben echt ongeduldig om aan wal te gaan. Alleen maar boeken lezen en naar de zee staren eist stilaan zijn tol. Vanaf 14u komen de bergen snel naderbij. Volgens plan komt de loods om 15u aan boord. Om 16u leggen we aan. Een half uur later kan ik van boord. Het stadje tekent zich nu scherp af. Sines ligt op een heuvel, mooi rond een baai, met uitnodigende witte huizen met rode daken en een middeleeuws kasteel waarvan de kantelen al zichtbaar worden.

"Maar de loodsboot daagt niet op."

Twee uur later op de brug. Kortaf vertelt de Chief Mate me dat er nog een schip voor ons binnen moet. We zullen de nacht voor de kust doorbrengen. Pas morgenvroeg om 4u varen we binnen en vanaf 6u moeten er 298 containers van boord. Hij weet niet wanneer ik van boord kan, maar het is duidelijk dat zijn planning overhoop ligt en ik serieus op zijn zenuwen werk. Ik druip af als een hond, staart tussen de poten. In Sines worden nu de lichtjes aangestoken. De baai wordt stilaan een avondlandschap op een postkaart. Het is zout in mijn wonde, want ik kan er niet bij... Omdat ik Spreeuwtje beloofd had te bellen en ik geen verbinding krijg met mijn ouwe Nokia van 35 €, leent Lawrence me zijn Iphone. Tot mijn verrassing is Spreeuwtje al op de hoogte : op Vesselfinder heeft ze de MSC Alessia bewegingloos voor de rede van Sines zien liggen en ze heeft de juiste conclusie getrokken. Haar stem klinkt een beetje afgemat. Ze staat midden stapels dozen die nog moeten worden uitgeladen en haar huis is een chaos. We houden het kort : morgen bel ik vanuit het stadje terug met m’n Nokia. Als ik in Sines tenminste verbinding krijg.

***

— DAG 323 november 2019

vorige dag

— DAG 525 november 2019

volgende dag